De avondzon valt over Dorpstraat en Spuiplein, de stemming is mat en gedwee,
De voetbalclub heeft weer verloren en iedereen zegt ’t zit dit jaar weer niet mee,
Toch is er een club waar nog wel wordt gewonnen op basis van inzet en bier,
Een club waar het altijd groot feest is en iedereen welkom is, ja dat is hier.
Ref. Daar in dat kleine clubhuis op de vinken, Daar zie je elke week weer topsport op zijn best, Na iedere wedstrijd altijd volop drinken, Onze club heet al jaren RCS.
De vierkante schouders die schrikken je af als je hier voor het eerst binnenloopt,
Toch wordt iedere club hard maar sportief opgeknoopt,
Half Nederland hangt aan de zegekar van onze plaatselijke blauwwitte trein,
Ik heb het niet over voetbal want dames en heren Rugby moet het zijn.
Ref. Daar in dat kleine clubhuis op de vinken, Daar zie je elke week weer topsport op zijn best, Na iedere wedstrijd altijd volop drinken, Onze club heet al jaren RCS.
HET DORP “Wim Sonneveld”
Thuis heb ik nog een ansichtkaart waarop een kerk een kar met paard, een slagerij J. van der Ven Een kroeg, een juffrouw op de fiets Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets, maar het is waar ik geboren ben Dit dorp Ik weet nog hoe het was De boerenkind’ren in de klas Een kar die ratelt op de keien Het raadhuis met een pomp ervoor Een zandweg tussen koren door Het vee, de boerderijen
Ref 1.
En langs het tuinpad van m’n vader Zag ik de hoge bomen staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat ’t nooit voorbij zou gaan
Wat leefden ze eenvoudig toen In simp’le huizen tussen groen Met boerenbloemen en een heg Maar blijkbaar leefden ze verkeerd Het dorp is gemoderniseerd En nou zijn ze op de goeie weg Want ziet, hoe rijk het leven is Ze zien de televisiequiz En wonen in betonnen dozen Met flink veel glas, dan kun je zie, hoe of het bankstel staat bij Mien en d’r dressoir met plastic rozen
Ref 1.
En langs het tuinpad van m’n vader Zag ik de hoge bomen staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat ’t nooit voorbij zou gaan
De dorpsjeugd klit wat bij elkaar In minirok en Beatle-haar en joelt wat mee met beat-muziek Ik weet wel het is hun goeie recht De nieuwe tijd, net wat u zegt Maar het maakt me wat melancholiek Ik heb hun vaders nog gekend Ze kochten zoethout voor een cent Ik zag hun moeders touwtjespringen Dat dorp van toen, het is voorbij Dit is al wat er bleef voor mij Een ansicht en herinneringen
Ref 2.
Toen ik langs het tuinpad van m’n vader de hoge bomen nog zag staan Ik was een kind, hoe kon ik weten Dat dat voorgoed voorbij zou gaan