Rugbyclub Spakenburg timmert ook maatschappelijk aan de weg. De club met karakter bood de (hang) jeugd tot achttien jaar de voorbije twee maanden twee keer een plek om te chillen en elkaar te ontmoeten. In overleg met de gemeente wordt bekeken of dit misschien een permanenter karakter kan krijgen.
De rugbyclub is enige tijd terug benaderd door de gemeente Bunschoten met de vraag of de club in de weekenden iets zou kunnen betekenen voor de jeugd tot achttien jaar. De gemeente zocht een partij om mee samen te werken. RCS had al eerder aangegeven dat ze ook best wat wilde gaan doen voor de jeugd in Spakenburg.
Voorzitter Rikkert de Jong: ,,We hebben in de zomervakantie enkele beleidsmedewerkers gesproken. Die vroegen ons: ‘Kunnen jullie ons daarbij helpen’. Het ging vooral om jongeren die net overal buiten vallen, de zogeheten coronajeugd. Tot 18 jaar kunnen ze nergens naar binnen. Daardoor zochten ze elkaar buiten op, in de parken en op andere hangplekken. Soms tot ergernis van de buurtbewoners. Hen wilde de gemeente een plaats bieden. Wij stelden voor dat we op enkele vrijdagavonden wel wat evenementen zouden kunnen organiseren. Dat was akkoord en wij hebben die handschoen opgepakt.’’
Fernando Rijswijk, onder meer jeugdtrainer/-coördinator bij RCS en daarnaast actief bij diverse hulpverleningsinstanties, ging met zijn bloemenfiets op pad en legde contact met jeugd die op zaterdagavond ergens in het dorp rondhing en aan het chillen was. Hij fietste drie avonden rond. Rikkert ging ook een avond mee, sprak de jeugd aan en riep hen op lid te worden van het Instagramaccount van de rugbyclub. Hij liet hen weten dat de rugbyclub op korte termijn wat activiteiten voor hen zou gaan organiseren namens de gemeente Bunschoten.
Gezellig
Fernando: ,,De eerste avond was op 10 september. Dat was best een succes, heel gezellig. Er waren veel jongeren aanwezig die avond. Binnen hadden we een feestje, buiten een barbecue. Er was eten en drinken. Er waren ook veel bekenden die we al ontmoet en gesproken hadden in de parkjes. Maar ze kwamen wel laat binnen. We wilden eerst om 17.00 uur beginnen, daarna sporten op het veld en aansluitend een feestje bouwen. Het zijn 0.0-avonden, we schenken geen alcohol. Maar ze kwamen wel veel later. Rond half negen kwamen de eersten binnen. Sommigen hebben nog wel een balletje gegooid, maar al snel trokken ze naar binnen. Evaluerend hebben we gezegd: de volgende keer doen we het op een zaterdag en beginnen we later.’’
Die volgende keer was op zaterdagavond 2 oktober. Fernando postte drie keer een bericht op Instagram. Rikkert: ,,Het gonsde direct op Instagram. Ik heb Fernando verzocht daarna niets meer te posten, want alles wees erop dat het druk zou worden. Er kwamen meer jongeren dan de vorige keer.
De club had de organisatie goed op poten gezet. Er waren maar liefst vijftien vrijwilligers aanwezig om alles in goede banen te leiden. We zouden dus om half tien beginnen, maar de eersten zaten al om half negen aan de bar aan een colaatje. Het weer was niet best, maar het werd drukker. Rond elf uur kregen ze een broodje worst of hamburger. De muziek draaide op volle toeren. Uiteindelijk waren er nog iets meer gasten dan we verwacht hadden.
Uitvalsbasis
Fernando: ,,Het was een zeer geslaagde avond. Met velen al had ik al contact gemaakt in de parken. Zo heb je ook snel een band. Je praat met ze en vraagt hoe het gaat het op hun werk, op school. Sommigen vonden het fijn dat ze ook heel veel nieuwe mensen ontmoeten. Je merkt wel dat deze jeugd niet echt een uitvalsbasis heeft in de weekenden. Al met al kun je wel spreken van een win-winsituatie.’’
Op de vraag waarom RCS dit doet, is het korte en krachtige antwoord van Rikkert: ,,We willen puur iets doen voor het dorp.’’ En Fernando aansluitend: ,,En voor de jeugd. Die groep zweeft nu op de een of andere manier, is zichzelf een beetje aan het verliezen. Hoe mooi is het dan dat ze hier terechtkunnen, chillen met elkaar en contact leggen. Daarnaast is er ook de veiligheid van ons, als toezichthouders. Ze zitten droog, luisteren gezellig naar muziek, kunnen wat eten en drinken. Ook jongens en meiden die anders thuis zouden zitten en zich niet buiten ophouden, kunnen hier terecht. Het is een veilige omgeving.’’
Rikkert geeft dat de club erover denkt om in overleg met de gemeente vaker dit soort avonden te organiseren voor de jeugd tot achttien jaar. ,,Maar als vereniging kunnen wij dit niet allemaal bekostigen. We hebben mensen aan de deur staan, houden ook toezicht. Er mag geen alcohol naar binnen, we nemen flessen met drank in bij de ingang. Ook moet het gebouw worden schoongemaakt. Als rugbyclub beschouwen we onze accommodatie als ons tweede huisje, dat willen we wel zo houden en niet laten afbreken. Daarom gaan wel ook duidelijke huisregels maken. Het was gezellig de eerste twee avonden en dat willen we wel zou houden in de toekomst.’’
Om het beheersbaar te houden wil de club gaan werken met inschrijving en huisregels ,,We doen dit voor de hangjeugd. We hoeven niks te verdienen, maar het moet ons ook geen geld gaan kosten. We rekenen op subsidie van de gemeente.’’ De rugbyclub heeft de gemeente vorige week voorgesteld dit jaar nog twee van deze avonden te willen organiseren. ,,Daarna gaan we evalueren. Misschien kunnen we het wel één keer per maand gaan doen. En misschien dan, in samenwerking met De Boei. Hou voor nieuws de accounts van de rugbyclub in de gaten.
(bron: De Bunschoter 13 oktober 2021)